Onthulling: how size matters...
Het monster van de als maar doordenderende schaalvergroting zet ook zijn tanden steeds weer in gemeenten en eist herindelingen. Die zouden tot forse kostenbesparingen leiden. Het monster is echter een liegbeest.
Ik heb de afgelopen jaren een kleine twintig gemeenten geholpen bij bezuinigingsoperaties en daarbij trof me vooral één ding: tegen alle schaalvergrotingsdogma's in bleken kleinere gemeenten gemiddeld net zo goed in staat bedrijfsmatig en financieel gezond te zijn als grotere.
Neem die gemeente met minder dan 10.000 inwoners, die het lukte om dankzij een verantwoordelijk bestuur en professioneel management zijn begroting snel sluitend te krijgen. Daartegenover stonden diverse andere (veel) grotere waarvoor het ploeteren was en waarschijnlijk zal blijven.
Hebben kleinere gemeenten dan geen schaalnadelen? Jawel, maar goed bestuurde gemeenten zijn zeer goed in staat om die op te lossen. Wanneer dat wenselijk is, werken ze met anderen samen. Ze stellen de nuchtere, goede vragen: moet ik die taak zelf doen? Of samen met andere gemeenten? Of koop ik hem in bij een shared service centre? Een goed bestuur en management beoordeelt de mogelijke oplossingen ook eerlijk en nuchter.
Een gemeente levert zo'n driehonderd producten die onderling fors verschillen. Ze heeft daarmee een gevarieerder productenpakket dan een bedrijf als Philips. Per productgroep verschilt de bedrijfsvoering aanzienlijk en daarmee ook de meest effectieve en doelmatige productieschaal. Sommige producten kun je als kleine gemeente heel goed zelf leveren, voor andere is samenwerken met andere gemeente het beste. Dankzij standaarden in digitaal/administratieve architectuur zijn veel oplossingen mogelijk.
Maar biedt een grotere schaal dan geen doelmatigheidsvoordelen? Jazeker, natuurlijk, maar minstens zoveel nadelen, vooral de in de praktijk moeilijk te stoppen groei van overhead, management en overleg en in het algemeen: de interne communicatie.
Hoe groter de organisatie, hoe groter en onbeheersbaarder het broccolifenomeen: het groeit maar en groeit maar en er is nooit iemand die er makkelijk een roosje uitplukt.
Maar moet je niet willen fuseren omdat kleinere gemeente meestal een slechter bestuur en management hebben? Nee, dat is een onbewezen stelling. Gezond boerenverstand en een beetje zelfkritiek kún je op alle schaalniveaus tegenkomen.
Ook de komende decentralisaties hoeven allerminst een reden te zijn om over te gaan tot herindeling: op elke schaal is het effect dat de gemeente er –gemiddeld- zo’n 50% aan budget bij krijgt (vervelend is natuurlijk wel dat er zo’n 70% aan taken bijkomt). Dat opvangen vraagt om dezelfde keuzes als alle andere vraagstukken: doe ik het zelf, doe ik het samen met anderen?
Waarom redeneren we niet als volgt: 'NIET herindelen, tenzij...' in plaats van 'WEL herindelen, tenzij...'?
Gemeenten hebben van oudsher niet voor niets een bescheiden omvang. Dat heeft te maken met sociale psychologie: de mens voelt zich thuis in een bepaalde schaal van zijn of haar omgeving. Wanneer de schaal van de gemeente daar niet bij aansluit, vervreemden de inwoners van de gemeente als organisatie en dan zijn er weer allerlei (communicatie)activiteiten en dus uitgaven nodig om dat op te lossen.
Is er dan geen wezenlijk verschil tussen kleine en grote gemeenten? Jawel: als het bij een grote gemeente fout gaat, gaat het écht goed fout, een supertanker op ramkoers, terwijl een kleine gemeente dankzij de korte lijnen met snel ingrijpen het lek gauw kan dichten.